Naar de inhoud springen
Menu
  • Home
  • Over ons
  • Boodschap BereidDeWeg
  • Profetische artikelen
  • Blog
  • Contact
  • Zoeken
  • Home
  • Over ons
  • Boodschap BereidDeWeg
  • Profetische artikelen
  • Blog
  • Contact
Bereid De Weg

E. Uittocht, herbouw, reiniging en belofte van nieuwe regen

Artikel bij 5. Verzoendag

Februari 2011

“Heb dus geduld broeders tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege regen en late regen erop gevallen is” (Jak. 5:7)

In september 2010 is er opnieuw een gebedshuis in Nederland officieel van start gegaan. De opening van dit gebedshuis, als onderdeel van het wereldwijde Bedehuis van de Heer, ging gepaard met de viering van het Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest is een karakteristiek feest in de eindtijd, en staat profetisch voor de komst van de late regen van de Geest en de inzameling van een oogst van volken (Jes. 2:2-3; Hos. 6:1-3; Joh. 7:37-39). De apostel Jakobus bevestigt dit wanneer hij zegt dat de regen van de Geest eerst moet worden uitgestort, alvorens Jezus terugkomt (Jak. 5:7). En in Johannes 7 is het Jezus zelf die tijdens het Loofhuttenfeest sprak over het levende water van de Geest.

De geboorte van iets nieuws: Uittocht en Herbouw

Wanneer we kijken naar de uittocht van het volk Israël uit de Babylonische ballingschap, dan ontdekken we daarin een bepaald patroon. In Ezra 1-3 lezen we over een groep voorlopers – een overblijfsel – die terugkeren naar Jeruzalem met als doel de verwoeste tempel van Salomo te herbouwen. Die tempel van Salomo stond al bekend als een Huis van gebed voor alle volken (1 Kon. 8:41-43). Bij aankomst in Jeruzalem verzamelt het overblijfsel zich als één man, herstellen zij het altaar – typebeeld van het gebedsaltaar – en vieren het Loofhuttenfeest. Vervolgens wordt begonnen met het leggen van het fundament voor de nieuwe tempel (Ezra 3). Maar nadat de verdere bouw voor vele jaren is stil komen te liggen, is het de profeet Haggaï die de teruggekeerde ballingen aanmoedigt om de herbouw te hervatten. Het is opmerkzaam dat de naam Haggaï betekent ´geboren op een feestdag´ of ´Jahweh is mijn feest´, verwijzend naar hetzelfde feest waarop hij sprak, het Loofhuttenfeest (Hag. 2:2). Men kan uit deze geschiedenis afleiden dat de ´geboorte´ van de nieuwe tempel samenging met oprichting van het (gebeds)altaar en de viering van het Loofhuttenfeest. Op gelijke wijze is onlangs ook het nieuwe gebedshuis in Nederland geboren uit gebed en op karakteristieke wijze geopend tijdens de viering van het Loofhuttenfeest.

Ook in onze tijd is zich een uittocht uit ´Babylon´ aan het voltrekken. Babylon betekent ´verwarring´ of ´uiteenbrokkeling´. We zien dat in de loop der tijd de verouderde wijnzak van het Kerksysteem letterlijk uiteengescheurd is in talloze denominaties, waardoor de wijn van Gods Geest ertussen weglekt. En dit Kerksysteem is zich aan het afbrokkelen, want indien een koninkrijk of huis in zichzelf verdeeld is, dan kan zo´n koninkrijk of huis zich niet staande houden (Mark. 3:24-25). Men kan dus zeggen dat in het Kerksysteem de geest van Babylon is binnengedrongen, dat is de geest van uiteenbrokkeling, van verdeeldheid. Dat is ook niet vreemd, als we beseffen dat dit Kerksysteem haar wortel heeft in het Babylon-van-Rome (1 Petr. 5:13).

De wortel draagt de boom. In de parallel-profetie “Uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen” wordt uitgelegd dat het Kerksysteem vergeleken kan worden met een boom waarvan de wortel reikt tot in de vroege Roomse Kerk – onze onwettige ´moeder´. Door haar afscheiding van Israël in de 4e eeuw na Christus, haar overspel met het wereldsysteem, en haar bloedschuld jegens het Joodse volk, is dit Kerksysteem aan verval onderhevig en dreigt zij geestelijk ´failliet´ te gaan. Als symptomen hiervan getuigen de onlangs aan het licht gekomen schanddaden, waarmee de bijl aan de wortel van het Kerksysteem is komen te liggen. Wat in Hosea 2 gezegd werd voor het volk Israël, is vandaag de dag een actuele boodschap voor het Kerksysteem: Met het aan het licht komen van haar schanddaden is onze ‘moeder’ te schande gezet en haar schaamte ontbloot (vers 1-9, NBG).

“Dit Kerksysteem is zich aan het afbrokkelen, want indien een koninkrijk of huis in zichzelf verdeeld is, dan kan zo´n koninkrijk of huis zich niet staande houden”

Er is echter een ´overblijfsel´ wiens geest gewekt is door Gods Geest en tot wie Zijn roepstem komt om zijn Huis te gaan herbouwen. Maar daar is wel een uittocht voor nodig uit de verouderde wijnzak van het mankgaande Kerksysteem (2 Tim. 3:5). Volgens het principe in Markus 2:22 zal de nieuwe wijn van Gods Geest ook worden uitgestort in een nieuw Huis dat gebouwd zal worden op een nieuw fundament, buiten het Kerksysteem om. En dit Huis dat naast het van Israël afgescheiden Kerksysteem zal oprijzen, zal weer geënt zijn op het Bedehuis van de Heer voor alle volken dat haar centrum heeft op de berg des Heren (Jes. 2:2-3; 56:1-8).

En nadat dit gelovig ´overblijfsel´ voorop is gegaan in een geestelijke terugkeer en het leggen van het fundament voor dit nieuwe Huis, zal in tweede instantie ook het overige deel van de Kerk overkomen. Deze tweevoudige uittocht is identiek aan de terugkeer van het volk Israël uit de Babylonische ballingschap, waarbij een ´overblijfsel´ onder leiding van Zerubbabel éérst is teruggekeerd en de herbouw van de nieuwe tempel heeft aangevangen (Ezra 2-3), gevolgd door het overkomen van het overige deel van Gods volk uit ballingschap onder leiding van Ezra (Ezra 7-8).

Koning Salomo had al een visie op het Huis van God als zijnde een Bedehuis voor alle volken: Bij de inwijding van de tempel – tijdens het Loofhuttenfeest – horen wij hem een gebed bidden waarin hij voorzag dat “vreemdelingen” uit verre landen zouden komen om te bidden in de tempel (1 Kon. 8:41-43). En Jezus bevestigt deze identiteit van de tempel als gebedshuis voor de volken (Mark. 11:17). Salomo als de koning van “vrede en rust” is een typebeeld van de Messias – de “meerdere Salomo” (1 Kron. 22:9; Luk. 11:31). Salomo´s tempel als Bedehuis voor alle volken is een profetische heenwijzing naar het Messiaanse Vrederijk waarin alle volken zullen optrekken naar Jeruzalem, naar het huis van de God Jakobs (Jes. 2:2-3). De profeet Zacharia bevestigt dit en zegt over dit Koninkrijk dat er “geen regen zal vallen op die volken die niet naar Jeruzalem zullen trekken om het Loofhuttenfeest te vieren” (Zach. 14:16-19).

Reiniging van Baäl

Als we verder kijken in de boeken van Ezra en Nehemia, dan zien we dat na voltooiing van de herbouw behalve het Loofhuttenfeest ook verootmoediging en boetedoening een belangrijke plaats krijgen (Ezra 9-10; Neh. 9 en 13). Een belangrijk gebied van bekering en reiniging in die tijd betrof de gemengde huwelijken. Het was namelijk zo dat in die dagen de geest van immoraliteit nog steeds niet uitgebannen was uit Gods volk. Deze geest van immoraliteit was het volk binnengedrongen door ontucht met de Moabietische en Ammonietische vrouwen, waardoor het volk gekoppeld werd aan Baäl (Num. 25:1-3; Neh. 13:26).

In 1 Koningen 16-19 lezen we over een tijd in Israëls geschiedenis waarin het dienen van de Baäl tot een hoog niveau was gestegen. Naast Jahweh werd Baäl vereerd als de god die vruchtbaarheid gaf. Gods eigen volk hinkte op twee gedachten en ging aan beide zijden mank (1 Kon. 18:21). Om die reden wilde God de afgoderij onder zijn volk confronteren door de regen drieëneenhalf jaar lang in te houden. Jahweh wil laten zien dat Hij alleen de God is die de regen en vruchtbaarheid geeft (1 Kon. 18:1). In Hosea 2:1-2 (NBG) horen we Hem zeggen: “Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst”. Het ontbloten van de afgoderij onder Zijn volk zien we ook hier samengaan met een droogte die Hij brengt.

Jahweh is ook de God die verlangt regen van Zijn Geest uit te storten (Joël 2). Het is daarom heel goed mogelijk dat Hij deze uitstorting vooraf laat gaan door een geestelijke droogte, om ons op die manier te verootmoedigen: “Wanneer Ik de hemel toesluit zodat er geen regen is, wanneer Ik de sprinkhanen gebied het land kaal te vreten, indien Ik pest onder mijn volk zend, en mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen en hun zonde vergeven en hun land herstellen” (2 Kron. 7:13-14).

“Salomo´s tempel als Bedehuis voor alle volken is een profetische heenwijzing naar het Messiaanse Vrederijk waarin alle volken zullen optrekken naar Jeruzalem, naar het huis van de God Jakobs”

Hebben wij oog voor de geestelijke droogte waarmee de Kerk van Nederland momenteel kampt? Hebben wij oog voor de smaad die zij draagt, nu de Kerk te schande is gezet vanwege haar schanddaden? Het bloot komen te liggen van deze ontuchtzaken is typerend voor de geestelijke ontucht van het Kerksysteem; het is typerend voor overspel met de wereld waardoor zij mank gaat, net als het volk Israël ten tijde van Elia. Zou het daarom niet juist nú de tijd zijn dat Jahweh de Kerk in Nederland oproept zich te begeven naar de plek van aanbidding van Hem alleen, zich te reinigen van de Baäls en zich gereed te maken als Bruid (1 Kon. 18:21; Hos. 2:13-18 NBG)!? Laten we daarom eens dieper gaan kijken naar de situatie op de Karmel waar Elia het geestelijke overspel van Gods volk aan het licht bracht, samengaand met het bidden om nieuwe regen.

De wedergeboorte van een natie

Na een periode van drieëneenhalf jaar droogte krijgt de profeet Elia van God de opdracht om het volk te verzamelen op de berg Karmel. Daar beleefde zij een geestelijke wedergeboorte: Op één dag wordt de vijand van Gods volk gedood bij de beek Kison (een beeld van de doop in water), gevolgd door een intense stortbui van regen (een beeld van de doop in Heilige Geest). Een doop in water en een doop in Heilige Geest vormen samen ook de “wedergeboorte uit water en Geest” (Joh. 3:5; Rom. 6:4; Titus 3:5).

Daar op de Karmel maakte Israël als natie dus verbondsvernieuwing mee. Maar daar ging dus wel eerst een periode van oordeel aan vooraf vanwege de afgoderij van het volk. Zo´n periode van oordeel was nodig om de natie ontvankelijk te maken voor Gods zegen. Het is een principe in God dat Zijn gerechtigheid voorafgaat aan Zijn genade. Ook in het boek Joël zien we dat Gods gerechtigheid vooraf gaat aan de komst van Zijn zegen, en dat de oproep tot berouw en bekering vooraf gaat aan de belofte van de Heilige Geest (Joël 2). En vervolgens zien we dit terug bij Jezus als Hij wordt gedoopt in water om daarmee ”alle gerechtigheid te vervullen”, alvorens Hij de Heilige Geest ontvangt (Matth. 3:15).

We weten dat Jezus tenslotte aan het kruis de eis van Gods gerechtigheid heeft vervuld door de bereidheid om te sterven in onze plaats, zodat wij genade zouden ontvangen. Maar we weten ook dat in verband met Zijn wederkomst en de komst van Gods Koninkrijk op aarde Hij gesproken heeft van een “nog eenmaal” waarop hij niet alleen de aarde maar ook de hemel, zowel de zee als het droge, ja alle volken zal doen beven (Hag. 2:7-10, Hebr. 12.25-29). Geboorteweeën zullen vooraf gaan aan een nieuwe geboorte.

En zo zal in onze tijd bazuingeschal samengaan met een belofte van hoop welke tot ons komt in de vorm van nieuwe regen van de Geest. Het nieuwe geestelijk seizoen zal zich dan ook kenmerken door profeteren&verzamelen. Het gaat om het profeteren (uitspreken) van datgene wat God van plan is te gaan doen, en van de weg die daarvoor bewandeld moet worden. Maar het gaat ook om het verzamelen van een  gelovig ‘overblijfsel’ dat God roepen zal: Gaandeweg de komende periode zal God een volk uit alle geledingen van de Kerk verzamelen om Zijn Huis te bouwen en om eenparig te gaan bidden voor de komst van de late regen van de Geest: “Vraag de Here om regen ten tijde van de late regen” (Zach. 10:1).

“We zien dat in de loop der tijd de verouderde wijnzak van het Kerksysteem letterlijk uiteengescheurd is in talloze denominaties, waardoor de wijn van Gods Geest ertussen weglekt”

Elia was een wegbereider voor Gods volk voor een terugkeer tot het hart van God en de komst van een stortbui (Hos. 6:1-3). Elia – die als eenling de gehele vijandelijke Baäl-dienaren doodde en een regenbui naar beneden bad – is een typebeeld van Jezus die de dood aan het kruis nagelde en de Heilige Geest zond. Dit wordt nog eens extra bekrachtigd door het feit dat beiden een hemelvaart ondergingen. Daarentegen is Elisa – die een dubbel deel van Elia´s zalving ontving – een typebeeld van de Gemeente die de zalving van Jezus zou ontvangen en nog grotere werken zou doen (Joh. 14:12).

En zo weten we dat ook Johannes de Doper optrad in de geest en kracht van Elia (Matth. 17:10-13). Zijn boodschap aan Gods volk om zich als bruid gereed te maken voor de komst van de hemelse Bruidegom, druiste eveneens in tegen het heersende godsdienstige systeem van zijn tijd. Deze Johannes sprak in de woestijn over een doop der bekering en een doop in Heilige Geest, en zei erbij: “Opdat Hij (Jezus) aan Israël zou geopenbaard worden, daarom kwam ik dopen met water“ (Joh. 1:31). Zo zal ook door een wegbereidend gebedsvolk het profeteren&verzamelen in de komende periode gepaard gaan met de boodschap van bekering en waterdoop, opdat Jezus via een doop in Heilige Geest woning kan maken in heilige harten. Ja, de heerlijkheid des Heren – en dat is Jezus zelf – zal zich opnieuw gaan openbaren (Jes. 40:5, Hos. 6:3). En dan zal ook het Loofhuttenfeest gaan aanbreken (Zach. 14).

Op weg naar het Loofhuttenfeest: belofte van nieuwe regen

Elia is een beeld van een profetisch volk dat de weg bereidt voor de komst van nieuwe regen van de Geest. Maar zoals Elia in zijn voorbereiding de weg moest gaan via Krith (‘afsnijding’) en Sarfath (‘reiniging’), zo zal ook dit volk de weg bewandelen via afsnijding van het Kerksysteem, naar de woestijn van reiniging en heiligmaking. Het goddelijk principe is immers dat lijden komt vóór heerlijkheid (Jes. 40:1-5; Hebr. 12:10-11; 1 Petr. 4:14-17). De nieuwe wijn (regen) van Gods Geest kan ook niet worden uitgestort in een verouderde wijnzak met vele (kerk)scheuren. Daar is afsnijding voor nodig en een zich begeven naar een nieuwe plaats die voor haar is toebereid.

Identiek hieraan is de weg die het volk Israël volgde bij de uittocht uit Egypte. Na het zich afsnijden van Egypte werd in de woestijn met haar een verbond gesloten en werd zij voorgesteld als vrouw aan haar Man. En aangezien ook het Kerksysteem nog dikwijls gelovigen tot slaven van het systeem maakt – net als Egypte dat destijds deed – ja, daarom klinkt opnieuw in onze dagen Gods bazuin tot het Egypte-van-het-Kerksysteem: “Laat Mijn volk gaan, opdat het ter Mijner ere in de woestijn een feest vieren zal” (Ex. 5:1). Het gaat om de vrijkoping van gelovigen uit de ‘slavernij’ van een kerkelijk systeem, hen uitleidende naar de ‘woestijn’ van gemeenschap met Vader, Zoon en Geest (Op. 18:4, 19:7).

Ja, de vrijgekochten des Heren zullen de berg-van-het-verbond (Sion) beklimmen en een nieuw feest vieren ter ere van de IK BEN en ter ere van Zijn koningschap (Jes. 35:10; Obadja 21; Ps. 68:25). Maar nu zal dit feest zijn het Loofhuttenfeest; het oogstfeest dat profetisch spreekt over de bruiloft van het Lam, diens Koninkrijk, en over het binnenhalen van een oogst van volken als vrucht op de uitstorting van de late regen (Hgl. 3:6-11; Matth. 25:1-13; Jes. 2:2-3, 25:6; Zach. 14). Ja, zoals een berg de plek was waar verbondsluiting (Sinaï) en verbondsvernieuwing (Karmel) plaatsvond, zo zal in onze dagen verbonds­ver­nieuw­ing en geestelijke wedergeboorte plaatsvinden op de berg-van-het-gebed waarop Gods Huis herbouwd zal worden in lijn met het profetisch appèl in Haggaï 1:8. En treffend hierbij is wel dat we ook al in de betekenis van de naam Haggaï (´geboren op een feestdag´) de begrippen geboorte en feest tegenkwamen.

Dit alles kan nog eens samengevat worden aan de hand van een visioen dat God gaf, drie dagen nadat Hij mij opwekte om te bidden voor een nieuwe uitstorting van Zijn Geest (mei 2005). In dat visioen werd de te bewandelen weg voor Zijn Gemeente in Nederland zichtbaar, waarlangs God van plan is nieuwe regen van Zijn Geest te gaan geven:

In dat visioen was te zien hoe een afvaardiging van de gehele plaatselijke Kerk op een centrale ontmoetings­plek in de stad (dorp) bij elkaar kwam om:

  1. De Here te (aan)bidden;
  2. Naar elkaar toe schuld vanuit het verleden te belijden, en;
  3. Gezamenlijk voor het aangezicht van God te besluiten om als één plaatselijk Lichaam van Christus verder te gaan (verbondsvernieuwing).

Ook zag ik voor mij hoe – in antwoord op het besluit van de plaatselijke Kerk om als één nieuw Lichaam van Christus voor de stad verder te gaan – de Here zal omzien uit de hemel en zal antwoorden met het uitstorten van de regen van Zijn Geest op dat nieuwe Lichaam. Tenslotte zag ik voor mij hoe, onder leiding van de Heilige Geest, de vijfvoudige bediening werd hersteld om het gehele plaatselijke Lichaam te bedienen, toe te rusten en te volmaken tot één volkomen man (Efeze 4:11-13).

Dit patroon laat zien op welke wijze een nieuwe wijnzak moet worden gevormd. Ook bij het profeteren van Ezechiël over de dorre beenderen zien we een soortgelijk patroon (Ez. 37:1-10):

  1. De beenderen voegden zich aaneen zoals ze bij elkaar hoorden (vs. 7);
  2. Er kwamen spieren op, en vlees, en er trok een huid overheen (vs. 8), ofwel er ontstond een nieuw lichaam;
  3. De Geest kwam erin (vs. 9-10).

Later nog werd dit visioen bevestigd vanuit Gods Woord, aan de hand van de drie feesttijden in de voor onze tijd zo profetische “zevende maand” (Leviticus 23:23-44); een maand die profetisch verband houdt met Jezus´ wederkomst:

  1. Dag van Bazuingeschal (Rosh Hashana): een oproep tot eenparig verzamelen (Joël 2:15-17; Ezra 3:1).
  2. Verzoendag: het onder schuldbelijdenis komen tot verzoening.
  3. Loofhuttenfeest: Een feest ter viering van het binnenhalen van de oogst als vrucht op het vallen van de late regen.

Daarom klinkt in onze dagen het appèl: “Vraag de Here om regen ten tijde van de late regen”. En profeteren&verzamelen is daarbij belangrijk: het profeteren zoals in Ezechiël 37 en het verzamelen zoals in Joël 2:15-17. Een volk zal zich uit alle geledingen van de Kerk “als één man verzamelen” (Ezra 3:1). Zij zullen het gebedsaltaar oprichten, het Loofhuttenfeest gaan vieren (vanuit een profetische verwachting) en het Bedehuis gaan herbouwen waarin God zijn heerlijkheid zal openbaren, opdat zij beërven de rest van Edom en van al de volken over wie Gods naam is uitgeroepen (Ezra 3; Haggaï 1:4,8; Amos 9:12).

> Naar boven

ARTIKELEN BIJ DE BOODSCHAP

  • Overzicht reis van de Kerk (2008-2015)
  • A. De Bruid maakt zich gereed (1)
  • B. De Bruid maakt zich gereed (2)
  • C. Jona-profetie voor de Kerk
  • D. Een bruiloftsstoet trekt weg uit Babylon
  • E. Uittocht, herbouw, reiniging en belofte van nieuwe regen
  • F. Uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen
  • G. Geen herstel zonder bekering
  • H. Er zal ontkoming zijn op de berg Sion
  • I. Een vernieuwd Lichaam van Christus
  • J. Nieuwe tijden en nieuw land
  • K. Koninklijke Kroon op de Stadskerk

Auteursrecht © 2021 Bereid De Weg. Alle rechten voorbehouden.

Website gemaakt door 24-7LIFE webdesign & hosting